Mannen die na hun vijfstige nog een creatief beroep uitoefenen, hebben minder kans op het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson. Dat schrijven neurologen Charlotte Haaxma en Bas Bloem van het Radboudumc vandaag in het internationale tijdschrift Journal of Neurology. Zij hebben hiermee voor het eerst aanwijzingen gevonden dat een artistiek beroep beschermend kan werken tegen het ontwikkelen van de ziekte van Parkinson.
De ziekte van Parkinson uit zich in de bekende symptomen als trillen, stijfheid, moeilijk lopen en vallen. Voor een optimale behandeling van Parkinson is het belangrijk om de ziekte zo vroeg mogelijk  vast te stellen. Bij voorkeur zelfs nog voordat de symptomen zich voordoen. Een eenvoudige test hiervoor is er echter niet. Wel wordt steeds duidelijker dat bepaalde symptomen al vele jaren voor de diagnose Parkinson kunnen optreden, bijvoorbeeld verminderde reuk, een depressie of het uitleven van dromen tijdens de slaap.
Behoudend of kunstzinnig
“Onder artsen leefde al lang het idee dat mensen met Parkinson vaker een wat meer behoudend beroep hebben, zoals boekhouder of docent,” zegt Bas Bloem, hoogleraar Neurologie en medisch hoofd van het Parkinson Centrum van het Radboudumc. “Wij wilden hier wetenschappelijk bewijs voor zoeken.” Uit de resultaten bleek echter niet dat het hebben van een behoudend beroep geassocieerd is met de ziekte van Parkinson. Verrassend genoeg bleek echter wel dat mensen die later in hun leven een kunstzinnig beroep uitoefenen, minder kans hebben op het ontwikkelen van de ziekte. De neurotransmitter dopamine speelt hierbij waarschijnlijk een belangrijke rol.
Kunst en beloning
Dopamine is een neurotransmitter die onder andere betrokken is bij het beloningssysteem en exploratief gedrag. Mensen met Parkinson hebben een tekort aan deze stof. Dit leidt tot de bekende symptomen. De ziekte kan dan ook behandeld worden met medicijnen die dit tekort aan dopamine aanvullen, of die de werking van dopamine nabootsen. Dit geeft een duidelijke verbetering van de motoriek, maar soms ontstaat als bijwerking een toegenomen behoefte aan beloning. Patiënten kunnen dan bijvoorbeeld een gokverslaving ontwikkelen. Of zij ontwikkelen artistieke talenten die nog niet eerder in hun leven duidelijk waren. Bas Bloem: “Dopamine is een stof met veel complexe functies. Mensen die van nature veel dopamine hebben, zijn doorgaans creatief en exploratief, maar ook meer verslavingsgevoelig. Maar dergelijke personen lijken dus ook minder kans te hebben op het ontwikkelen van Parkinson. ”
Boeren ook
Deze opvallende bevinding deden de onderzoekers met vragenlijstonderzoek onder 750 mannen met Parkinson en 1300 mannen zonder de ziekte. Vrouwen werden uitgesloten van deelname omdat zij decennia geleden minder vrij waren in hun beroepskeuze. In deze vragenlijsten werd de mannen gevraagd naar alle opeenvolgende beroepen die zij gedurende hun leven hadden uitgeoefend. De beroepen werden volgens een arbeidspsychologisch model onderverdeeld in zes categorieën: realistisch, onderzoekend, artistiek, sociaal, ondernemend en conventioneel (behoudend).
Naast een verlaagde kans op Parkinson voor mannen met een artistiek beroep op latere leeftijd, bleken boeren een verhoogde kans op Parkinson te hebben. Dit was ook al uit eerdere onderzoeken bekend. De verklaring hiervoor ligt mogelijk in een verhoogde blootstelling aan landbouwchemicaliën. Charlotte Haaxma: “Het feit dat deze studie net als vorige studies een verhoogd risico voor boeren aantoont, vergroot de betrouwbaarheid van de bevinding met de artistieke beroepen.”