Wetenschappers en gastro-enterologen van de Universiteit Leuven hebben ontdekt dat het zenuwstelsel in de darmen slecht werkt bij patiënten met functionele dyspepsie of overgevoelige maag.
Die vaststelling biedt perspectieven voor onderzoek naar maag- en darmziekten waarvan de oorzaken nog niet bekend zijn.
Het enterisch zenuwstelsel is het eigen zenuwstelsel van ons spijsverteringsstelsel en bevindt zich in de darmwand. Het controleert de beweging van onze darmen, de bloedstroom, en de opname en afbraak van voedingstoffen. Dit zenuwstelsel kan zelfstandig functioneren, los van onze hersenen. Daarom wordt het ook het ‘tweede brein’ of ‘little brain’ genoemd.
“We hebben ontdekt dat de neuronen in dat tweede brein zich abnormaal gedragen bij patiënten met functionele dyspepsie”, zegt Dr. Carla Cirillo, postdoctoraal onderzoekster in de groep van professor Pieter Vanden Berghe, een labo binnen de onderzoekseenheid Translationeel Onderzoek van Gastro-enterologische Aandoeningen (TARGID). “Functionele dyspepsie is een chronische aandoening van het spijsverteringsstelsel waarbij de werking van de maag en de twaalfvingerige darm is verstoord. Vaak leidt ze tot ongemakken en soms ook tot pijn. Bij patiënten met dyspepsie vertonen de neuronen in het enterisch zenuwstelsel minder activiteit. De zenuwcellen zijn dus een beetje ‘lui’ geworden.”
Nieuwe technologie
In samenwerking met professor Jan Tack ontwikkelde de groep van professor Vanden Berghe een nieuwe techniek om de neuronen in de darmen te visualiseren en hun gedrag te observeren. “We maakten microscopische filmopnames van de zenuwcellen”, zegt Cirillo. “Die technologie kunnen we probleemloos toepassen op biopten, stukjes weefsel die uit het lichaam verwijderd worden. Om de veranderingen in het gedrag van de zenuwcellen te meten, gebruikten we een fluorescerende indicator die het calciumgehalte in de cellen aangeeft. Calcium speelt namelijk een cruciale rol bij de werking van neuronen. De indicator wordt intenser van kleur als de zenuwcel actief is en de calciumniveaus verhogen.”
Die neuronale calciumsignalen zijn een goede maat om na te gaan hoe ‘normaal’ een zenuwcel functioneert, zegt Cirillo. “Bij neuronen in het zenuwstelsel van dyspepsiepatiënten waren de signalen beduidend minder hoog. Die vaststelling kan een verklaring bieden voor het moeizame verteringsproces bij mensen met dyspepsie. Tot voor kort konden we functionele dyspepsie enkel vaststellen door te kijken naar de symptomen, en zo andere mogelijke maag- en darmziekten uit te sluiten. Nu weten we dat het enterisch zenuwstelsel een niet te onderschatten rol speelt.”
Volgens Cirillo kan de ontwikkelde technologie een belangrijke diagnostische waarde krijgen. Bovendien komt ze van pas bij verder onderzoek naar het enterisch zenuwstelsel. “Momenteel gebruiken we de technologie al voor soortgelijk onderzoek naar het prikkelbaredarmsyndroom en de ziekte van Parkinson”, zegt ze. “Daarnaast willen we ons verder toespitsen op het gedrag van neuronen bij maag- en darmziekten waarvan de oorzaak nog niet bekend is.”
Pieter-Jan Borgelioen 
De volledige tekst van de studie ‘Evidence for Neuronal and Structural Changes in Submucous Ganglia of Patients With Functional Dyspepsia’ door Carla Cirillo, Talat Bessissow, An-Sofie Desmet, Hanne Vanheel, Jan Tack en Pieter Vanden Berghe vind je hier
Foto: Microscopische opname van zenuwcellen in een biopsie van het duodenum.